Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1351. Van leer trekken,Ga naar eind1351d.w.z. beginnen te vechten; 16de eeuw: van scheede trekken; hd. vom Leder ziehen; oostfri. fan lër trekken. Onder leer, eig. leder, moet men verstaan de leeren scheede, waarin de sabel gestoken is. Zie Plantijn: Het sweerdt van leder trecken, desgainer une espee, educere e vagina gladium; Kiliaen: Leder, vagina; van leder trecken, educere gladium e vagina, ensem stringere; ducere ensem, mucronem, ferrum. Zie o.a. Huygens IV, 201; Brederoo III, 37; Verm. Avant. II, 162: Dit gesegt hebbende, trok hy van leder, vallende my, met het rapier in de hand, aan; Halma, 306: Van leer trekken, den degen of het mes trekken, en découdre, dégainer; Sewel, 441; Tuinman I, 279; Schoolmeester, 245: Wat trekken die vlooien hier ongemanierd van leer; Nkr. I, 15 Sept. p. 3; IV, 11 Dec. p. 2; V, 22 Jan. p. 3 (van leer geven); Ndl. Wdb. VIII, 1209; XIV, 323; enz. Schuermans, 339 deelt mede, dat deze uitdr. in Limburg beteekent: opdokken, de beurs trekken, over de brug komen; en: de vlucht nemen, loopen gaan. Vgl. ook Rutten, 130: (van) leer krijgen, slagen krijgen; Teirl. II, 204; van 't leer krijgen, slaag krijgen, gefopt, bedrogen zijn; verliezen (in 't spel); ook iemand van ('t) leer geven, waar eerder aan een leeren riem moet worden gedacht; vgl. no. 1350. |
|