Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1345. Iets onder de leden hebben,van eene ziekte gezegd, de kiem met zich omdragen, waarin men leden opvatte in den zin van de gezamenlijke lichaamsdeelen, het lichaam. In de middeleeuwen in het Volksboek van de Seven Wisen, 57 v: Dat ick een hemelijcke siecte onder mine leden hebbeGa naar voetnoot2); Scaecspel, 132: Vrouwen dicwijl heymelicke zuucten onder haer leden hebben; zie ook Hooft, Ned. Hist. 66: Draaghende 't landt de scheurzucht aldus onder de leden, quam entlyk 's Koninx antwoordt; Harrebomée. II, 22: Hij heeft het onder de leden; Sjof. 268: Hij had bepaald een kwaal onder z'n leje; Falkl. IV, 89: 'k Had 't al 'n poos onder me lejen - sukkelen met me maag; Ndl. Wdb. VIII, 2011. In het Westvl. in de leden hangen, d.i. eene ziekte reeds met zich omdragen (De Bo, 407 b; Mnl. Wdb. IV, 980); in Twente: iets in de hoed (huid) hebben; fri. whet under de lean habbe; V. Schothorst, 164. |
|