1331. Eene lans breken voor iemand (of iets),
d.w.z. voor iemand of iets in het strijdperk treden, iemand of iets verdedigen; eene uitdr. die ontleend is aan het ridderwezen; fr. rompre une lance pour qqn; hd. für etwas eine Lanze einlegen; eng. to break a lance for a p. In de 17de eeuw ook een speer vellen voor iemand (Vondel). Met iemand eene lans breken, een strijd met iemand aangaan; met iemand strijden; iets tegen een ander verdedigen; hd. mit jemand eine Lanze brechen; fr. rompre une lance avec quelqu'un; eng. to break a lance with a p. Vgl. Roode Roos (anno 1588): Gy moet met haer noch een lance breken. Zie ook De Cock1, 13; Harreb. II, 9; Villiers, 71 en Ndl. Wdb. VIII, 1076.