Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1312. Iets aan zijn laars (zijn zolen, zijn botten of zijn hielen) lappen (of plakken),d.i. iets niet tellen, er niets om geven, er geen drukte over maken hetzelfde als iets aan zijn gat vegen (fr. se ficher de quelque chose; 17de eeuw iets aan zijn been binden, knoopen); Tuinman II, 207: hij vaagt daar zyn hielen aan; Harreb. I, 308: iets achter zijne hielen lappen of plakken; II, 253: dat lap ik onder mijn schoenen. Zie Jord. 309: Haar zenuwachtige praatzieke opwinding lapte hij aan zijn laars; Het Volk, 15 Juli 1913, p. 1 k. 4: De S.D.P. heeft toen deze ‘grondwet’ aan haar laars gelapt en blijft tweedracht zaaien waar zij kan; 13 Dec. 1913, p. 1 k. 1.: Als er een regeering was opgetreden, die de uitspraak der kiezers aan haar laars had gelapt; 24 Oct. 1913, p. 1 k. 4: Hij lapte het besluit van de volksvertegenwoordiging aan zijn laars; 20 Nov. 1913, p. 8 k. 2: De soc. dem. fraktie heeft zonder meer de eisch der vakorganisatie aan haar laars gelapt; Nkr. II, 29 Maart p. 2: En ten slotte zei ik toen, dat ik haar opinie aan mijn laars lapte; De Amsterdammer, 24 Mei 1914, p. 7 k. 3; Ppl. 74: Zij lapte alles aan d'r modderlaarzen; bl. 207: Ja of u nou nee zegt, dat lap ik toch amme laars; Nkr. IV, 13 Nov. p. 6; V, 5 Febr. p. 4; vgl. ook Kmz. 303: Trane, die 'k an me kont veeg, komedietrane; Dievenp. 126: Ik heb altijd als 'n brave schooljongen opgelet, maar ik lapte alle theorie aan m'n zool; Nkr. III, 14 Febr. p. 6: Vraag je dan: Agent ga mee!
Daar wordt ginds gestolen,
Zegt hij daad'lijk: Mij 'n biet,
Dat lap ik aan mijn zolen.
Zevende Gebod, 55: Jouw brave engel lap ik an me zole! Lvl. 171: Ik wil 'r maar mee zeggen, dat 'k het heele leger aan m'n zool lap; Peet, blz. 353; Nkr. III, 5 Sept. p. 6; Schakels, 168: Jouw ondervinding! Die lap 'k an me botten! De Telegraaf, 10 Dec. 1914 (avondbl.) p. 5 k. 1: Mars, de oorlogsgod, is de rechte er naar om alle Kerstengeltjes ter wereld aan zijn schoenzolen te lappen; Groot-Nederland, 1914 (Oct.) bl. 457: Ik ben geen jonkheer! An me zolen 'r mee!; Jord. II, 62: An | |
[pagina 525]
| |
me sool links!; II, 176: An me linkerzool; II, 335: Maar de jonge meiden lapten alle vermaningen aan hun linkerzool; syn. ergens zijn botten mee of aan vegen, o.a. Handelsbl. (avondbl.) 6 Juni p. 5 k. 4: Literatuur veegt-ie an z'n botten; Sjof. 253: Maar met die praatjes, daar veegden-ie zijn botten mee af; Nkr. II, 15 Maart p. 2: De tyran schijnt er weinig om te malen, hij vaagt er zijn botten an; Het Volk, 14 Maart 1914, p. 5 k. 2: Onvervaard vaagden burgemeester Roëll en diens getrouwen hunne botten aan het advies der Schoonheidscommissie. - Van daar ook an me laars!, maakt dat een ander wijs! of ook: dat kan me niet schelen, o.a. Kmz. 176: Denk je dat 't liefde is? Liefde.... an me laars!; Jong. 145: Wijlui, vrouwe, motte d'r toch 't eerst in (in den schouwburg)! - An me laars! 'k Heb ook me cente betaald. - In denzelfden zin aan mijn kont, o.a. in Kmz. 375. Naast ik lap het aan mijn laars hoort men ook het laarst me nietGa naar voetnoot1). Voor Zuid-Nederland vgl. De Bo, 304: aan iets zijn ende vagen; 1235: iemand of iets aan de zool van zijn schoe'n vegen, er zich niet over bekreunen, er mede lachen; Schuermans, 497 a en 325 b: iet aan zijn pollevieën, aan zijn achterlappen vegen; Antw. Idiot. 285: aan iet zijn botten vegen; ook zijn gat, zijn klooten aan iets vegen; Schuerm. 80 en Rutten, 41: zijne broek aan iets vagen (in Noord-Nederland: afvegen), zich om iets niet bekreunen, er den bliksem van geven; Teirl. II, 159; 169: an iemand of an iet zijn konte (of kodde) vagen (of wrijven), er zich niet aan gelegen laten; Harreb. I, 183: daar veeg ik mijn elleboog aan. In Twente: 't gat der an ofwisschen; fri. de kont er oan offeije; eng. to set a th. at one's heels. Zie no. 604. |
|