1292. Iemand het heilige kruis (achter)nageven,
d.w.z. iemand verwenschen; hopen, dat hij niet weer terugkomt; vooral gebruikt na een onwelkom bezoek; eig. een kruis slaan achter iemand, oorspr. wel den duivel, om zich tegen zijn terugkeer te beveiligen; hd. einem ein Kreuz nachslagen (Grimm V, 2182). In de 17de eeuw vinden we de uitdr. bij Vondel in den Gijsbr. v. Aemst. vs. 512: Men sloegh u 't heiligh kruis, toen 't leger optrock, na. Meermalen wordt aangetroffen eene verwensching als: 't heilige kruis na je (of na hem)! Zie ook Lichte Wigger, inhout 1 v en Hooft, Schijnh. 442. Vgl. Tuinman I, 20: iemand een kruis naschrijven; Van Eyk II, Nal. 32: hij geeft hem het heilige kruis achterna; Ndl. Wdb. VIII, 424; Nkr. VII, 8 Febr. p. 6; Slop, 32: Dag lievie, adjuus! 't heilige kruis krijg je na! In Twente; ne kruus noa krigen.