Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1278. In het krijt staan bij iemand,d.w.z. schulden hebben bij iemand. In de 17de eeuw bekend, blijkens Kluchtspel III, 47: ‘Tot Neeltje Krijnen de coomen (koopvrouw), in 't Friesse Bottervaetje, staet ook een moye klitsGa naar voetnoot1) van goet, van swavelstock, in 't krijt.’ Voor andere plaatsen zie Ndl. Wdb. VIII, 256 en vgl. nog Sjof. 6; Slop, 41; Menschenw. 406. Eig. wil de uitdr. zeggen dat iemands schulden met krijt nog opgeschreven staan op de lei of den wandGa naar voetnoot2), bijv. bij een herbergier of een winkelier; vgl. fri.: by immen yn 't kryt stean; hd. bei jemand in der Kreide stehen; de fr. uitdr. avoir l'ardoise, en het 17de eeuwsche de witten uitdoen of uitvegen, de schuld uitwisschen, betalen. Volgens Schuermans, 3 zegt men te Leuven: in het wit krijt, op de schalie (lei) staan, en elders, evenals in Noord-Nederland, gij staat nog voor zooveel aangekalkt, waarvoor men ook zegt bij iemand gekletst staan (Schuerm. Bijv. 92) of in 't krijt op den balk staan (Joos 106); ievers in 't krijt staan, er schuld hebben (Antw. Idiot. 716). Zie no. 16. |
|