Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1247. Er is geen koren zonder kaf,d.w.z. niets is zonder gebreken, geen goud zonder schuim; hd. kein Korn ohne Spreu (oder Streu); ook in Zuid-Nederland: er is geen koren zonder kaf (o.a. Teirl. II, 172; Waasch Idiot. 364) of onder alle koren is kaf, onder elke familie, vereeniging, enz. is iemand die niet deugt (Antw. Idiot. 1837). Een sedert de middeleeuwen voorkomende spreekwoord; zie Goedthals, 29: Ten es gheen coorne sonder caf, chacun grain a sa paille; Cats I, 520; De Brune, 402 en Idinau, 167: Daer en is gheen koren sonder kaf.
So en leefter niemandt sonder ghebreken.
Vgl. hiermede het kaf van het koren scheiden, het kwade van het goede scheiden; zie no. 1053 en Vondel, Maeghden, vs. 1677: Nu dorscht Gods straffe hand den droeven ingezeten.
De vlegel breeckt niet eer voor dat die is versleeten.
Gods oordeel scheid aldus het koren van het kaf,
Al dreunt er 't gansche Sticht, gelijck een dorschvloer afGa naar voetnoot1).
|
|