Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1246. Dat is koren op zijn molen,d.w.z. dat komt hem te pas, dat dient hem, dat bevalt hem, evenals den molenaar het koren dat hij krijgt te malen. Eerst bij Sewel, 496 trof ik deze zegswijze aan: Dat is koorn op zyn molen, that is profit for him; Harreb. I, 439. Ook kende men: dat is water op zijn molen (zie Winschooten, 157; Halma, 357 en vgl. hd. das ist Wasser auf seine Mühle, waarbij men te denken heeft aan den molen, die door stroomend water in beweging wordt gebrachtGa naar voetnoot1). In Limburg zegt men ook nog in denzelfden zin dat is boter op zijn wagen (Welters, 110); in Groningen: da's wind op zien meulen (Molema, 474 a). Voor Zuid-Nederland zie Schuermans, 279 a en 419 a: dat is olie in mijne lamp; | |
[pagina 496]
| |
Waasch Idiot. 364: dat is kooren op mijnen meulen; Teirl. II, 172: dat is koren op mijne meulen, dat is profijt voor mij; dat is voor mijne meening eene goedkeuring; Antw. Idiot. 1897. In het eng. that brings grist to his mill, dat is voordeelig voor hem; in het fr. faire venir de l'eau au moulin. Hiernaast ook geen koren van den molen sturen, geen werk van den winkel sturen; vgl. Halma, 357: Men moet het koren van zijnen molen niet afwijzen; Harreb. I, 439: Koren dragen op iemands molen, hem helpen; o.a. Het Volk, 15 April 1913, p. 6: Men moet hier geen koren dragen op den molen van den tegenstander; Nkr. VII, 17 Mei p. 6: 't Is een stommiteit, zoo iets te zeggen. Je draagt maar koren op den linkschen molen. |
|