Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 453]
| |
1147. De(n) kinderschoenen ontwassen zijn,d.w.z. geen kind meer zijn, de kinderlijke gewoonten afgelegd hebben; hd. die Kinderschuhe ausgezogen haben; nd. de kinnenschô afleggen (Eckart, 265). Bij Campen, 127 luidt de spreekwijze: hy heft syn kynderschoenen al wtghetoghen oft versletenGa naar voetnoot1); bij Servilius, 201: syn kinder schoen wtdoen; bij Sartorius I, 5, 95: syn kindts schoen verwerpen; Sewel, 389: Hy heeft zijne kinderschoenen versmeeten, he has sown his wild oats. Van gelijke beteekenis is de door Tuinman I, 86 vermelde zegswijze: hy heeft zyn kalfsklaauwen afgeloopen (vgl. Ndl. Wdb. VII, 937). Zie verder Harreb. I, 404 b: Hij heeft de kinderschoenen uitgetrokken (of al versleten); Ten Doornk. Koolm. II, 214 en vgl. het syn. Twentsche: wesseld hebben, gewisseld (nl. de tanden) hebben. |
|