1101. De kat in den kelder metselen.
‘Hy heeft de kat in de kelder gemeestert. Dit zegt men van een lapzalver, die een wonde of zweer boven toeheelt, terwijl het quaad onder ineet en verkankert’ (Tuinman I, 313; vgl. ook II, 9); Harreb. I, 385; Van Eijk II, 44; Ndl. Wdb. VII, 1791: De kat in den kelder metselen, de uitbarsting verhinderen, maar 't kwaad laten bestaan; De Telegraaf, 9 Jan. 1915 (avondbl.) p. 7 k. 6: Maar het is de vraag of men naar deze maatregelen grijpend niet ‘de kat in den kelder metselt’. Bij Schuermans, Bijv. 150: de kat in den kelder vermaken of sluiten, enfermer le loup dans la bergerie; De Bo, 498: de katte in den kelder kweeken, iemand in eene plaats laten waar hij veel kwaad kan doen.