1096. Van de kat (of den hond) of van den kater gebeten worden,
gewoonlijk of men van de kat of den kater (of van den hond) gebeten wordt, is hetzelfde, d.w.z. of men door het eene kwaad of door het andere geplaagd wordt, dat is hetzelfde, ‘als men toch het slachtoffer wordt, is het onverschillig hoe en waardoor’. Zie Harrebomée I, 321; Van Eijk II, nal. bl. 26; Het Volk, 3 Febr. 1913, p. 5 k. 1: