Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1089. De kastanjes uit het vuur halen,d.w.z. een gevaarlijken arbeid verrichten voor een ander, die zich zelven buiten schot houdt en er het voordeel van geniet; hd. die Kastanien aus dem Feuer holen; fr. tirer les marrons du feu; eng. to pull the chestnuts out of the fire; ‘de keutels voor een ander oprapen’.Ga naar voetnoot1) De spreekwijze is ontleend aan de fabel, dat een aap, die kastanjes uit het vuur wilde halen en bang was zich te branden, hiervoor den poot van een daarbij | |
[pagina 428]
| |
liggenden slapenden hond gebruikte; vgl. Lafontaine, lib. IX, fab. XVII, waaraan zij echter niet is ontleend, daar de fabel reeds in de 16de eeuw bij ons bekend was; zie Harrebomée III, 100 en vgl. Vondel I, 501; Idinau, 214: De simme kastanien uyt den viere track
Met des hondts poot, daer neffens slapende.
So doen som profijt, met t' meeste ghemack,
Met eens anders perijckel; daer-op gapende.
Godt is de schalkaers oock wel betrapende.
Zie verder Ndl. Wdb. V, 1584; VII, 1746; Waasch Idiot. 329 a; Büchmann, 272 en Wander II, 1164. |
|