Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend926. Komt men over den hond, dan komt men ook over den staart,d.w.z. wanneer men de grootste moeilijkheid te boven is, dan zijn ook de andere, meer gemakkelijke, te overwinnen (18de eeuw). Vgl. Sewel, 619; Halma, 484: Kom ik over den hond, ik kom wel over den staert, kom ik 't grootste over, zoo kom ik ook wel 't minste over. In het hd. eveneens: kommt mann über den Hund (oder Fuchs), so kommt mann auch über den Schwanz. Juist door dit voorkomen in vele Duitsche dialecten (zie Wander II, 852; Eckart, 223 en Taalgids IV, 287) is het onmogelijk bij hond te denken aan den Scheldearm van dien naam, zooals Harrebomée I, 325 doet en men ook leest in Taalgids VIII, 117. In Zuid-Nederland zegt men: als men over den kop kan, kan men over den steert (Schuermans, 278 a); die over den hond kan, moet over den steert kunnen (Waasch Idiot. 293), dat ook doet vermoeden, dat we bij hond aan een dier moeten denken, waarin wij nog versterkt worden door de fransche spreekwijze: quand on a avalé un boeuf, il ne faut pas s'arrêter à la queue. In het Friesch: kom ik oer 'e houn, den kom ik oer 'e stirt naast dy 't oer in balke springt moat oer in strie net stroffelje. De oorsprong is tot nu toe onzeker. Dr. D.C. Hesseling, wijzende op de fr. spreekwijze, denkt, dat de naam van het dier niet de hoofdzaak is, welke meening bevestigd wordt door de Grieksche spreekwijzen: iemand at een os op, maar bij den staart gaf hij 't op; hij heeft den geheelen ezel opgegeten, en bij den staart gaf hij 't op. De ezel komt hier, evenals de os, voor om het zware werk nog moeilijker voor te stellen. ‘Aan eene dergelijke neiging om te vergrooten, heeft men vermoedelijk in ons spreekwoord 't woord hond te danken. Hiermee in overeenstemming is 't Russische spreekwoord: ‘Den hond at hij op, | |
[pagina 356]
| |
maar in den staart stikte hij.’ ‘Ik veronderstel,’ aldus gaat Dr. Hesseling voort, ‘dat al deze gezegden hun oorsprong danken aan 't verhaal van iemand die een Herculestaak had te vervullen en ondervond dat de laatste loodjes het zwaarst wegen. Wij hebben de optimistische opvatting van 't geval in spreekwoord gebracht’ (Gids, Oct. 1902, bl. 101Ga naar voetnoot1)). |
|