Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend879. Men moet geen hei roepen, voor men over de brug is,Ga naar eind879d.w.z. men moet niet al te voorbarig zijn, ‘men moet geen triumphliet singen voor de victorie’; eig.: men moet het trekdier niet stil laten staan voor het over het moeilijke punt heen is.Ga naar voetnoot2) Vgl. Bijbel van Deux Aes, kantt. op I Kon. 20, 11: Hy en segghe niet huy, eer hy oever den berch koemt; Mergh, 38: Roept geen hey of ghy zijt daer over, syn. van roept geen haringh eer hy in 't net, de mand, de ton, den zak is (Ndl. Wdb. V, 2209); Westerb. II, 687: Roep dan geen hey voor dat ghy over zijt gekoomen; Sweerts, Koddige Opschriften III, 87: Niemant roept hey, voor hy daar over is; Tuinman I, 39: Roep geen mosselen! voor dat gy aan land zyt; roep geen hey! voor dat gy over zyt; Sewel, 325; 614; Harreb, I, 48 b; Taalgids V, 151; Sjof, 166: Je mot geen ho roepen, voor je de brug over ben; De Vrijheid, 5 April, 1922, 4e bl. p. 2: Men moet niet ho roepen voor men aan is; fri.: rop nin hei earste oer biste. In Zuid-Nederland: Mosselen roepen eer men aan wal is (of eer men aan de huizen is); Schuermans, 392 a; Waasch Idiot. 445 b; Joos, 178: Roept geen mossels voordat zij aan de kaai zijn; 118: Roept geenen haring vóórdat hij in de mande is; Wander II, 1027; III, 1763: Rufe nicht Juchhe (oder juble nicht) ehe du über den Graben bist; nd. segge nig eer Härink bet du en bi nen Stärte häst (Jahrb. 38, 158); man dürd nêt êrder âl ropen as man hum bi d' stêrt hed (Dirksen I, 17); fr. il ne faut point se moquer des chiens qu'on ne soit ors du village; eng. don't whistle (holloa, shout) before you are out of the wood; hd. man soll den Tag nicht vor dem Abend loben. |
|