867. Zachte (heel)meesters maken stinkende wonden,
d.w.z. halve maatregelen verergeren de kwaal en roeien haar niet uit. Zie Tuinman II, 9: Zachte meesters maken stinkende wonden. Een geneesheer, die de wonden en zeeren door scherpe middelen, als 't noodig is, niet zuivert, maakt dat ze vervuilen en inkankeren. Zo word de kat in de kelder gemeestert. Bij Goedthals, 13: Saechte handen maken stinkende wonden; Campen, 133: Een meedelydende Chyrurgyn maeckt stinckende wonden; vgl. ook Cats I, 451:
Het is van ouden tijt bevonden
Van sachte meesters vuyle wonden.
Zie verder Harreb. I, 282 b en vgl. het fri.: sêfte dokters meitse stjonkende wounen; zoo ook bij Ten Doornk. Koolm. III, 580 b.