853. Met hart en ziel,
d.i. met zijn geheele wezen, met liefde, toewijding; ontleend aan Matth. XXII, 37: Ghy sult lief hebben den Heere uwen Godt met geheel uw' herte, ende met geheel uwe ziele, ende met geheel uw' verstandt. Vgl. Servilius, 226*: Ick sal daer met lijf ende siel voor sijn; Sart I, 4, 78: Met lyf met siel; lat. totus et mente et animo; fr. corps et âme; hd. mit Herz und Seele; eng. to be heart and soul for s. th.; (with) heart and soul.