824. Iemands handel en wandel,
d.w.z. iemands geheele doen en laten, zijn wijze van te handelen en zich te gedragen, levenswandel (wandel = verkeer in de wereld, omgang met de menschen). Kil.: Wandel ende handel, conversatio, consuetudo usus, familiaritas, commercium, et: mores, studium, handelen ende wandelen met iemanden, versari cum aliquo. De uitdr. is in de 16de en 17de eeuw zeer gewoon; zie Ndl. Wdb. V, 1882; Mnl. Wdb. IX, 1648; O.K. 179: Ze vroeg alles en nog wat - hoe of u bestond in je handel en wandel; hd. Handel und Wandel leidet (kennt) keine Freundschaft (Wander II, 330); fri. immens handel en wandel.