795. Iemand de hand boven het hoofd houden,
d.w.z. iemand beschermen, met de hand boven zijn hoofd, als 't ware om de slagen af te weren, die daarop zouden neerkomen. Vgl. Pers, 672 b; Sewel, 313: De hand boven 't hoofd houden, to protect, countenance, patronize; en Ndl. Wdb. V, 1767. In het Friesch: immen de hân boppe de holle hâlde.