Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend790. Met hand en tand (iets verdedigen),d.w.z. met alle mogelijke verweermiddelen, zoo hardnekkig mogelijk verdedigen. Vgl. Sart. I, 4, 77: Met handt met tandt houden, vertaling van mordicus tenere; Marnix, Byenc. 75 v: Daerom wilt sy die met handen ende tanden beweren, ende om gheene waerom uyt de vuyst laten rucken; Hooft, Brieven, 358: met neb en nagel vasthouden; lat. unguibus et dentibusGa naar voetnoot1); bij Sartorius I, 4, 69: met handt en met voet, extremum conatum significantes, sic dicimus (lat. manibus pedibusque naast pugnis calcibus). Zie Tuinman I, 48; Ndl. Wdb. V, 1757; Joos, 48; Rutten, 86 b; Waasch Idiot. 275 b: u verweren met handen en tanden; 642 b; Teirl. II, 13: met handen en voeten, op alle wijzen; met handen en tanden (soms met hand en tand), op alle wijzen, met al zijne macht en kracht; Antw. Idiot. 530: iets met handen en tanden zeggen, met den meesten nadruk; met hand en tand vasthouden; vgl. eng. to defend tooth and nail; to go into a business tooth and nail (met alle macht); hd. sich mit Hand und Fusz wehren. |
|