Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend788. Twee handen op éen buik zijn,d.w.z. het in alles éens zijn, vooral in het kwade; éen lijn trekken; ‘met de twee handen zijn ongetwijfeld de beide met elkaar overeenkomende, een stel -, een paar vormende handen van één en denzelfden persoon bedoeld’.Ga naar voetnoot1) Zie o.a. Kmz. 359; Nest. 34: En dan spele ze (maintenées) nog twee hande op één buik met d'r kruijenier. Te vergelijken hiermede zijn: zij liggen onder éen laken (o.a. De Brune, Bank. 18); twee hoofden onder éenen kaproen (fr. deux têtes dans un bonnetGa naar voetnoot2); eng. two faces under one hood); twee dieven in éen kerk; twee schoenlappers in éen pothuis; twee zielen in éen zak; twee kramers in éen winkel (Joos, 78); twee luizen op éenen kam (Schuerm. 354 b); zij schijten in éénen pot (De Bo, 993), of alle twee door éen gat (18de eeuw; Waasch Idiot. 577); zij pissen of kakken allen in éénen pot (Harreb. II, 198; Ndl. Wdb. VII, 1549); zij liggen, slapen of steken onder éen deken (17de eeuw; zie ook P.K. 149; Nkr. VII, 9 Aug. p. 2; Ndl. Wdb. VIII, 2165; hd. mit jem. unter einer Decke stecken); zij kruipen onder éen deken (De Arbeid, 6 Maart 1915, p. 2 k. 1); zij spelen onder éen hoedje Arbeid, 24 Mei 1914, p. 1 k. 4; De Tijd, 7 April 1914, p. 5 k. 1); zij liggen onder één hoedje (in Kunstl. II, 166); zij blazen in éen gat (hd. in ein Horn blasen); fri.: hja stekke de kop yn ien sek (zie ook Draaijer, 45); twee billen in éen broek (fr. deux culs dans une chemise), dat voorkomt bij De Decker I, 341 en De Brune, 345: ‘het zijn twee billen in éen broeck; het zijn twee handen op een buyck’; twee hoofden onder éen deken enz. Zie Sewel, 149; Harreb. I, 102 a; fri. hja skite op ien pot, skûlje ûnder ien hoedsje, under ien tekken. |
|