Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 280]
| |
721. Zijne woorden op een goudschaal(tje) wegen (of leggen),d.w.z. ze voorzichtig wikken en wegen, ze te voren wèl overdenken; eig. de zwaarte, het gewicht er van als 't ware op een goudschaaltje, een zeer gevoelige balans, wegen. In dezen vorm in de 18de eeuw bekendGa naar voetnoot1) naast zijne woorden in een schaaltje wegen, dat we lezen bij Van Effen, Spect. III, 50; hd. seine Worte auf die Goldwage legen; fr. peser ses paroles (au trébuchet); eng. to weigh one's words well. Deze gedachte wordt in Jezus Sirach, XXVIII, vs. 29 uitgedrukt door de woorden: Maeckt voor uwe woorden een weegh-schael, ende voor uwen mondt maeckt een deure ende grendel; vgl. ook De Brune, 107: De wijze weeght, met scherp ghezicht,
Zijn woorden met een goud-ghewicht.
|
|