679. Op iets gevat zijn.
Eene navolging van het hd. auf etwas gefaszt sein. Hier is gefaszt het voltooide deelw. van sich fassen en beteekent eigenlijk uitgerust, gewapend; oneigenlijk gewapend, voorbereid op iets, t.w. op eene omstandigheid, waarin men vastberadenheid en overleg noodig heeft; bij ons heeft men bij voorkeur daarbij gedacht aan het verstand, dat bij voorkomende moeilijkheden raad weet. Zie het Ndl. Wdb. IV, 1914. De oudste voorbeelden van deze uitdrukking dateeren uit de 18de eeuw.