Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend650. Iets in 't gelijk breien,eig. gezegd van breiwerk; een der naalden juist tot op de helft afbreien, zoodat men het behoorlijk kan oprollen om het een poos te laten rusten; daarna overdrachtelijk eene verwarde zaak beredderen; Ndl. Wdb. IV, 1168. Bij C. Busken Huet wordt de zegswijze aangetroffen in den zin van tegen iets opwegen: Nu kunnen we zien, hoe het een (Verblijdt u ten allen tijde) het ander (Bidt zonder ophouden) precies in het gelijk breit;Ga naar voetnoot1) Handelsblad, 30 Maart 1916 (A.), p. 9 k 4: Beter één richting dan géén richting. Laat men dan nu maar eens een regime krijgen van eenzijdigheid in het modernisme, gelijk wij er destijds een hebben gehad een eenzijdig anti-modernisme. Dan wordt de kous weer wat in 't gelijk gebreid. In den zin van ‘van zijn kant zooveel doen dat men met een ander gelijk is, hem heeft ingehaald’, komt de uitdr. voor in Gew. Weuw. 3, 46: Eer wy deeze Bouteille laaten heenen gleyen,
Dienden wy de conditien in 't gelyk te breyen.Ga naar voetnoot2)
|
|