Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend635. (Alle) gekheid op een stokje!d.w.z. ‘gekheid of scherts ter zijde! laat ons de zaak in ernst behandelen! Zegswijze oorspronkelijk zinspelende op den gekstok of de marot der narren, en dus eigenlijk eene vermaning tot den gek of nar gericht om zijne dwaasheden vóór zich te houden en ernstig te zijn, doch later in ruimere toepassing ook tot anderen gezegd, wier gekheid of dwaasheid bij die van een nar vergeleken wordt’; Ndl. Wdb. IV, 955 en 959. Vroeger zeide men ook alle jok op een stok (o.a. Hopm. Ulr. bl. 73 vs. 5); alle gekken (ww.) op een stokje! (o.a. in Led. Uren, 258); alle gekken op een stok (in de Gew. Weuw. I, 23) en volgens Tuinman I, 373: alle gekken op een einde (hem schijnt op een stokje onbekend), waarmede te vergelijken is eene plaats uit de Klucht v.d. Pasquil-maecker, 11: Maer kom we sullen daer een voutje by slaen. Alle jock op een stock, alle gecken op een eynt en jy voor aenGa naar voetnoot3). Het is mogelijk, dat de in het Ndl. Wdb. gegeven verklaring de juiste is, ofschoon men toch eerder verwacht zou hebben, dat iemand tot den nar zeide: ‘alle gekheid op uw stokje!’ Vergelijken we evenwel de Zuidndl. uitdr. al lachen op een stoksken gebonden, d.i. alle gekscheerderij daar gelaten, en alle gekheid, alle konten op een stokje gebonden; alle lachen op een ende en alle zotten op 'nen kruiwagenGa naar voetnoot4) en het Groningsche toevoegsel en 't stokje in 't vuur (Molema, 117 a), dan is het niet onwaarschijnlijk dat de uitdr. wil zeggen: rol nu uw gekheid maar op, berg ze maar weg (vgl. Jord. 248: Alle gekheid onder 't zerkje). Vgl. hiermede L.v. Deyssel: Maar alle gekheid op een stokje als een vlaggetje vol fantasietjes dat wordt opgeroldGa naar voetnoot5). Ook in het Friesch: alle gekheit op in stokje. Ten slotte lijkt het mij nog het waarschijnlijkst, dat onze uitdr. | |
[pagina 252]
| |
een vervorming is van alle jok op een stok, waar de laatste woorden door 't rijm als van zelf zijn aangegeven. Zie voor dit verschijnsel De morgenstond heeft goud in den mond. |
|