560. Een ezel stoot zich niet tweemaal aan denzelfden steen,
d.w.z. iemand, die eens iets nadeeligs heeft ondervonden of eene fout heeft begaan, zorgt wel, dat dit geen tweede maal geschiedt. Te recht merkt Tuinman I, 370 op: Dat hebben wij van de Latynen. Asinus ad lapidem non bis offendit eundem. Zy zijn dan dwaazer dan ezels, die zich niet wachten voor dat geene, waar by zy zich eens qualyk bevonden hebben. Vgl. ook Cicero de Orat. 3, 41, 166: Neque me patiar iterum ad unum scopulum ut olim classem Achivam offendere; in het Grieksch: δὶς πρὸς τὸν αὐτὸν αἰσχρὸν προσκρούειν λίθον. Zie Otto, 186 en vgl. Vondel's Leeuwendalers, vs. 767:
Een ezel stoot maer eens zich aen den zelven steen.
De mensch wel zevenmael, en denckt niet om zijn been.
Harrebomée I, 188 a; III, 180 b; Wander I, 862: ein Esel stösst sich nicht zweimal an denselben Stein.