549. Ter elfder ure,
d.w.z. op het laatste oogenblik, eindelijk. De uitdrukking is ontleend aan den Bijbel, en wel aan de gelijkenis van den arbeider in den wijngaard, waarin verhaald wordt, dat de eigenaar van den wijnberg sommige arbeiders, die hij ledig vond, ter elfder ure (d.i. 's avonds te vijf uren, daar de Joodsche werkdag om zes uur eindigde) nog huurde tegen hetzelfde loon, dat hij aan anderen beloofd had. Zie Mattheus XX, vs. 1-16 en Zeeman, 463; hd. in der elften Stunde; eng. at the eleventh hour.