moet den last draghen, la fin loue l'oeuvre; Campen, 35: een guedt begin is een guedt behaghen, mer t Eynde moet den last draghen; Spieghel, 275; Winschooten, 57: Het end draagt den last: dat is, de swaarigheid komt op het laatst; De Brune, 368; Smetius, 237; 274; Pers, 283 b; Lichte Wigger, 14 r; Sewel, 213; Bebel, no. 475; Erasmus, LXXX en bl. 494; Wander I, 815; Joos, 150; 211: Het eindeken lijdt dikwijls den last; Antw. Idiot. 1677: 't Endeken lijdt de(n) last; Harrebomée I, 3 b en III, 121-122; het oostfri.: anfang is 'n walbehagen, man 't endje mut de lasten draghen; fri.: it ein scil de lêst drage; hd. das End muss den Last tragen; nd. das Enne dreggt de Last (Eckart, 98).