Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend491. Het iemand in drieën geven (of zetten) iets te doen,Ga naar eind491d.w.z. met iemand wedden, dat hij iets in drie keer nog niet éénmaal kan doen. Een sedert de 17de eeuw voorkomende zegswijze; wellicht naar het fr. donner en dix, en vingt, en cent etc., à faire une certaine chose (défier de la faire une fois sur dix, sur vingt, etc.). Vgl. o.a. Kluchtspel III, 88: Die Batteviers, die met haer drie of vieren altijd t'zamen in de kroege loopen,
En zoeken een onnoozele bloed met valsch spelen het geld af te stroopen,
Die geef ik het in drie'n, of zy met kaerten te morsen wat op konnen doen.
Zie ook Coster, 531, vs. 1116; Huygens, Hofw. 638; Focqueb. Verw. Jalouzy, 78 (ed. Van Helten); enz. |
|