droai.... dut is d'r tug 'n meroakel!.... ikke voel puur niks meer.... niks! Handelsblad, 30 Mei 1915, p. 6 k. 8: Köhler speelde de rol op zijn manier - vooral in de tweede acte had hij zijn draai; V.v.d.D. 136: Daar had ik nou m'n draai in. Eenigszins anders in Handelsblad, 18 Juli 1914 (avondbl.) p. 5 k. 2: Dat (meubelstuk) werd dan thuis gezet, verzet, van de salon naar de huiskamer tot 't z'n draai had. Ook ergens zijn draai in hebben, er schik, plezier in hebben (Onze Volkstaal III, 194). In het Westvl. in zijnen draai zijn, eene grillige luim hebben (De Bo, 261 b); doch bij Rutten, 56 a en Antw. Idiot. 1659: goed in zijnen draai zijn, voorspoed hebben. Syn. zijn slinger hebben (V. Schothorst, 199; Gunnink, 207; V.d. Water, 132); fri. syn slinger of syn swier hawwe.