Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend462. Aan eens dooven mans deur kloppen,d.w.z. geen gehoor krijgen; ook afgewezen worden, niet ingewilligd worden, van een verzoek gezegd. In het Mnl. voor eens doven duer cloppen, naast vedelen vor die dove; bij Sartorius I, 5, 45: 't Is voor een dooffmans deur, nostrates verba fieri dicunt pro surdi foribus, siquidem illinc clamare ac rogitare solent mendici; vgl. Tuinman I, 253; Sewel, 183: Aan een doofmans deur kloppen, to tell a tale to one that is deaf, to sollicit in vain; Harrebomée III, 157; Waasch Idiot. 185 a: aan doovemans deur kloppen of bellen; Antw. Idiot. 1657: aan doovemans deur kloppen; 't is op den doove gefloten; Teirl. 359: an (of op) doovemans deure kloppen. Het is eene in de literatuur van vroegere eeuwen zeer dikwijls voorkomende uitdrukking, waarvoor men soms ook vindt: ‘voor een doodmans deur’ of ‘voor een doove deurGa naar voetnoot4). In het Friesch: hy kloppet oan in dôvemans of dea-mans doar. Synoniem is doove ooren vinden, wat doet denken aan lat. surdis (auribus) canere, dicere (Otto, 47; Journal, 15). |
|