Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend457. Iemand doodverven met iets,d.w.z. iemand als den dader van iets beschouwen; ook van een ambt of een post gezegd, hem daarvoor bestemd houden. Onder de doodverf (eng. dead-colour) verstaat men de eerste verf, die een schilder gebruikt, de grondverfGa naar voetnoot4). Staat een schilderij in de doodverf, dan is zij slechts in de grondverf geschilderd; vandaar dat doodverven de beteekenis kon aannemen van in ruwe trekken aangeven, schetsen; ook met woorden schetsen | |
[pagina 180]
| |
of benaderd weergeven en vandaar voorbestemmen, vooral bij gerucht. Vgl. Van Effen, Spectator VI, 126: Een bevallige Juffer, waarvan niets dan het hoofd opgeschilderd en het overige slechts gedoodverft is; IX, 61: Wel bewust dat een goed gedeelte van dat volkje (dienstboden) reeds op de nominatie staat, en als gedoodverwt is, om op zyn beurt luiden van fatsoen te worden. Zie ook Sewel, 183: Doodverw, schets, first draught; doodverwen, to make the first draught with a pencil; een schildery doodverwen, to trick a picture; Halma, 117: Doodverwen, mettre les premières couches sur un tableau; 154: Hij is al gedoodverfd: hij loopt al in 't oog, il est à peu près découvert; Harreb. III, 19 b; Ndl. Wdb. III, 2881-2883. |
|