422. Iemand iets diets maken,
d.w.z. hem iets wijs maken; eene uitdrukking, die sedert de middeleeuwen voorkomt en eigenlijk wil zeggen: iemand iets duidelijk maken, aan het verstand brengen, het zoo voorstellen, dat het diet (het volk) het begrijpt en verstaat; daarna, evenals wijs maken, ironice: iemand iets op de mouw spelden. Zie het Mnl. Wdb. II, 189: Si maken den mensche dyets of vroet, dattet waer is; bij Froissart, 251 komt duytsmaken voor. Vgl. voor lateren tijd R. Visscher, Sinnep. 135 a; Hooft, Brieven, 266: Men heeft ons voor deezen willen dietsch maaken, dat het in den Paltz noch voor windt ging; Gedichten II, 37. Zie verder Sewel, 176; Halma, 112: Diets maaken w.w. wijs maaken, faire croire, persuader; Ndl. Wdb. III, 2590.