390. De dader (of man) ligt (of is) op 't kerkhof,
d.w.z. de dader van het een of ander misdrijf is niet te vinden. Men bezigt, zegt Harrebomée I, 394, deze woorden, wanneer de een de schuld van het kwaad op den ander werpt en de eigenlijke dader niet te vinden is. Dat we hier moeten denken aan het kerkhof als vrijplaats van den beschuldigde, zooals Harrebomée en De Cock1, 61 meenen, is niet waarschijnlijk met het oog op Campen, 5: Die man is al opt kerckhoff, dat aldaar gelijk gesteld wordt met die man is al doot; en Sacrament vander Nyeuwervaert, vs. 157: Wie sout weeten? Mueghelic diet dweerc gedaen heeft leit in deerde. Vgl. nog Handelsbl. 12 Maart 1919 (O.) p. 2 k. 5: Er wordt met alle denkbare zorgvuldigheid naar den dader van de misdaad gezocht. Inmiddels ligt de dader op het kerkhof; 28 April 1921 (O.) p. 2 k. 2: En als wij dan gingen informeeren, als wij een onderzoek ter plaatse instelden, bleken het niet anders dan looze geruchten, waarvan de zegsman op het kerkhof lag. In het fri.: Die 't dien het is net thûs of leit op it tsjerkhôf.