384. Eens burgemeester altijd (of blijft) burgemeester.
Volgens Van Dale: ‘Wie eenmaal het burgemeestersambt bekleed heeft, behoudt in het dagelijksch leven lang den titel van burgemeester; wie eens een slechten naam heeft, behoudt dien’. De zegswijze komt in de 18de eeuw voor bij V. Alkemade, Ceremoniëel der Begraavenissen, 78 (anno 1713): Want, by voorbeeld, een stiefvader, schoon zonder kinderen en door een tweede of derde huwelijk de vriendschap schynende verzet te hebben, moet altyd en in alle gevallen, als een vader worden aangemerkt, in alle openbaare en plegtige byeenkomsten en handelingen; en zoo ook de zwagers en oomen. Want die, volgens het spreekwoord, eens Burgemeester geweest zynde, altyd Burgemeester is, dat is, voor een man van Burgemeesterlyke waardigheid moet erkent worden, zoo ook omtrent andere burgerlyke behandelingen; Brieven v. Albr. Bl. I, VI: Of nu Vader dagt, die eens steelt, is altoos een Dief; of eens Burgemeester, altoos Burgemeester; dat zou wel zyn kunnen; Harreb. I, 104 b. Vgl. het gron. eenmaal olderman, altijd olderman (Harreb. II, 133); eng. once a captain, always a captain.