Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend379. 't Moet buigen of barsten (of breken),d.i. het moet geschieden, hoe dan ook; een in de 17de eeuw voorkomende zegswijze, die wordt aangetroffen bij P.C. HooftGa naar voetnoot1); De Brune, Bank. II, 164: Harde koppen zetten 't over al in roere; 't moet al buyghen, of bersten, daer zy komen; O. Kant. 41: Spreek uit je mont. Het moet nu barsten, of buigen. Zie verder Tuinman I, 149: 't Moet buigen of bersten, zo zegt men mede van iets, waar aan het uiterste gewaagt word; de gelykenis is genomen van een styven stok, of iets diergelijks; Sewel, 148: Het moet buigen of bersten (het moet er heel op of heel onder), it must bend or crack; Halma, 96: Al is dat kind nog zoo boos, evenwel zal het moeten buigen of barsten (toegeven); Harreb. III, 4 b; Ndl. Wdb.. II, 1043; III, 1724; fri.: 't moat bûge of barste; in het Waasch Idiot. 149 a: Ge moet buigen of borsten, 't is te moeten; zie ook Teirl. 221; syn. in Zuidndl. dial. springen of banen. Vgl. het verouderde de. bugne eller briste; nd. dat schuil bûgen o'r brêken (Eckart, 51); hd. biegen oder brechen, waarvoor men in het eng. zegt to sink or swim. |
|