Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend340. Braak liggen,Ga naar eind340d.w.z. gedurende eenigen tijd onbebouwd blijven liggen. Onder het znw. braak verstaat men oorspronkelijk ‘het omwerken en gedurende zekeren tijd onbezaaid laten van den grond (meestal gepaard met bemesting), hetgeen, telkens na zeker aantal jaren herhaald, aan het uitgeputte bouwland weder nieuwe kracht en vruchtbaarheid geeft’. Thans wordt braak gewoonlijk in passieven zin opgevat als ‘het onbebouwd blijven liggen van den grond’. ‘Braak liggen’ staat dan hoogstwaarschijnlijk voor te brake liggen, dat ook een enkele maal is aangetroffen; vgl. zoek raken voor te zoek raken; schrap staan voor te schrape staan; pal staan voor te palle staan, enz. De uitdrukking is opgeteekend in de 17de eeuw, en is eveneens bekend in het nd. brak liggen; in het hd. brach liegen, in der Brache liegen; fr. rester en friche; laisser en friche; fri. braak lizze. Zie het Ndl. Wdb. III, 953 en 957. |
|