275. Buiten zijn boekje gaan,
d.w.z. ‘zijn eigen terrein verlaten, zijne bevoegdheid te buiten gaan; spreken over zaken die niet aan de orde zijn of waarvan men geen verstand heeft, of: iets doen waartoe men geen recht of geen last heeft’. Ook in het Friesch: hou! nou giest bûte 't boekje, nu dwaalt ge van den tekst af; ook: nu spreekt gij onbehoorlijke taal, bv. onkieschheden in een gemengd gezelschap (W. Dijkstra, 293); in het Engelsch to go beyond the book. Ook omgekeerd zegt men: hij houdt zich aan zijn boekje, van angstvallige, niet zelfstandig denkende menschen. De eigenlijke bet. zal wel zijn zich houden aan hetgeen in het boek met voorschriften staat, vervolgens zijn bevoegdheid te buiten gaan. Vgl. bij Hooft, Brieven, 139: buiten de boodschap, buiten de gegeven opdracht, buiten het boekje; zie verder voor syn. uitdr. 't Daghet XIII, 47; Schuerm. 277: buiten het koordje gaan, buiten schreef gaan, in zedelijken zin te verre gaan, de grenzen overschrijden; ook over boord gaan, over zijn hout gaan (Teirl. 198). Zie Ndl. Wdb. III, 105; 1792.