217. Iemand iets betaald zetten.
Dat wil zeggen iemand iets vergelden, inpeperen; eig. iemand zoo zetten, in zulk een toestand brengen, dat hij betaald is; vgl. het zeeuwsche ‘iemand beschaamd zetten’. In het mnl. enen sijn payement geven; enen payen; enen (sware) betalen, iemand duchtig onthalen, hem pijn aandoen, iets vergelden (ook 17de eeuw en thans nog in het Friesch: ik scil dy bitelje, ik zal je wel krijgen!); den coop ontfangen, de koopsom ontvangen, krijgen wat men verdient, iets bekoopen; enen iet vercoopen, iemand iets betaald zetten; enen sijn travers (tol) betalen; enen finen, en het tegenwoordige met iemand afrekenen of zooals men in Zuid-Nederland wel zegt, met iemand aftellen (Schuerm. 12 a). Bij Campen, 95 komt nog voor: het wil hem noch een mael betaelt worden, maar in de 17de eeuw vinden we de hedendaagsche uitdr. o.a. bij Hooft, Brieven, 472; Vondel, Maeghden, 1411; Jeptha, 557; verder Van Effen, Spect. III, 224 enz.; vgl. fr. faire payer qqn; hd. einem etwas heimzahlen; eng. to pay one home.