158. Achter de bank,
meestal verbonden met liggen en raken, soms met werpen of schuiven, wil zeggen in onbruik raken, vergeten worden en verwerpen, ter zijde stellen, afschaffen; zie het Ndl. Wdb. II, 978; Pers, 882 a. In het Friesch zegt men eveneens efter 'e bank reitsje, achter de bank raken, achteraan, uit de mode raken, buiten gebruik komen; hd. unter der Bank liegen, unbeachtet. Men kan onder de bank hier de zitbank verstaan, die langs den wand stond, en waarachter licht iets kon vallen of weggesmeten worden, zoodat men het vergat (Tuinman, I, 350; zie no. 161). De uitdr. komt in de 16de eeuw voor in Marnix' Byenkorf; Anna Bijns, Refr. 159 spreekt van iets van achter de bank halen (vgl. hd. etwas unter der Bank hervorziehen), doch gebruikt evenzeer iets achter tscrage steken in hare Refreinen, bl. 10: ‘de waerheyt steect men heel achter tscrage’, waarmede te vergelijken zijn de hd. uitdrukkingen hinter die Bank, die Kiste werfen, legen, schmeiszen en hinter den Ofen setzen (zie Erasmus, bl. 333); de ndl. hij ligt achter de kist; vgl. Servilius, 50: Hi leyt achter de kiste; Sartorius, II, 9, 73: Het leydt achter de kist; aen een verroeste spijcker vergeten.