140. Heet gebakerd zijn,
waarvoor men ook zegt haastig (vroeger ook haast) of driftig gebakerd zijn, beteekent: driftig, te voortvarend wezen. Men denkt, dat deze uitdrukking haar ontstaan te danken heeft aan de meening, dat de wijze, waarop een kind gebakerd werd, invloed had op zijn karakter; een geloof, dat evenwel nergens is aangetroffen. De uitdr. dateert uit de 17de eeuw (bijv. in de klucht van Lichte Wigger, 3: Jou moer heitje te heet ghebakert voor een eicken vier; Hooft, Ged. I, 295 en Brieven, 549) en komt sedert dien tijd veelvuldig voor; o.a. ook bij Halma, 210, die opgeeft: Heet gebakerd zijn, driftig zijn, être bouillant et précipité; avoir la tête chaude. Zie verder het Ndl. Wdb. II, 882; Harrebomée, III, 369 a en vgl. de synonieme uitdr. hy is te heet gebaedt (Campen, 101); in de 17de eeuw hij is heet gebakken naast hij is qualijk gebakerd (boos).