Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 53]
| |
126. Op zijn baadje krijgen,d.w.z. slaag krijgen, er vanlangs krijgen. Onder een baadje, ook wel baaitje geschreven, verstaat men ‘eene soort van loshangend buis met korte of lange mouwen, doorgaans van wit of blauw gestreept katoen’; het is een Indisch kleedingstuk, dat in het Maleisch en Javaansch badjoe heet. In Zuid-Nederland kent men ook volgens De Bo en Schuermans op zijnen baai(tje) krijgen, geslagen worden (te Kortrijk), waar baai eig. zijn kan een van baai gemaakte borstrok of afgeleid is van baadje, uitgesproken als baaitje, en opgevat als verkleinwoord van baaiGa naar voetnoot1)). Ditzelfde baadje treft men aan in iemand op zijn baadje (baaitje) komen, iemand wat op zijn baadje (baaitje) geven, slagen toebrengen, een pak slaag geven; syn.: iemand op zijn vestje, huid, bast, enz. komen; op zene kazzevèk kriege (= cache évêque, schoudermanteltje; Maastricht); fr. donner à qqn sur le casaquin; hd. einem aufs Wams klopfen; fri. immen op syn baeitsje komme, hwet op syn baeitsje jaen; immen op syn wammes jaen. |
|