123. Augiasstal.
Augias, koning van Elis, bezat 3000 runderen, wier mest sedert 30 jaar niet opgeruimd was. Hercules kreeg in opdracht van Eurystheus den veestal daarvan te reinigen, waartoe hij de rivieren de Alpheus en de Peneus eerst in elkander en vervolgens door den stal liet stroomen, zoodat alle mest in één dag werd weggespoeld. Overdrachtelijk worden ‘dienovereenkomstig alle ophoopingen van onreinheden, hetzij ze van geestelijken of ligchamelijken aard zijn Augiasstallen genoemd’ (Harrebomée I, 22). Vgl. C. Wildsch. II, 13: In zulke gevallen heb ik meermaals, gelijk een andere Hercules, geheele stallen dier Augiaas moeten zuiveren van vooroordeelen, die gij bij ervarenheid zoo wel kent. De Grieken en de Romeinen verstonden onder de uitdr. τὴν Αὐγείου βουστασίκν ἀνακαθήρασθαι (zie Lucianus Alex. 1), Augiae cloacas purgare (Seneca, Apoc. 7) een moeilijk werk, een reuzenwerk verrichten, zonder er nog het denkbeeld van verwaarloozing en wanorde mede te verbinden; zie Otto, 46; Montijn, no. 607 en vgl. fr. nettoyer les écuries d'Augias; hd. einen Augiasstall misten; eng. to cleanse the Augean stables.