Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend114. Lange armen hebben.De arm wordt, evenals de hand (lat. longas manus habere), dikwijls gebruikt als zinnebeeld van kracht, geweld, macht of gezag (vgl. de sterke arm der overheid; de wereldlijke arm, enz.; hd. der Arm der Obrigkeit, der Gerechtigkeit; eng. the strong arm). Zoo in deze uitdr. die wil zeggen: veel macht hebben. Zij komt in de Middeleeuwen voor, blijkens Sp. Hist. I6, 52, 33: Lange aerme, wide hande hebben die heren van den lande; zie verder Servilius, 79: Hi heeft lange ermen ende nochtans is hi arm. Te vergelijken is Pers, 383 b: De koning heeft lange handen en sal 't niet ongewroken laeten; Idinau, 246: Heeren handen reycken verre; Harreb. III, 110: Groote heeren hebben lange armenGa naar voetnoot1); Sewel, 436: De koningen hebben lange armen, kings have long arms, are powerfull; Ndl. Wdb. II, 650; VIII, 1038; Erasmus CVII; Joos, 136; Teirl. 80. In het Friesch: in lange earm ha; syn earm rikt fier, zijn arm reikt ver; fr. avoir le bras long; hd. lange Arme haben; eng. to have long arms. Het tegenovergestelde korte armen of een korten arm hebben komt ook voor. |
|