Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend112. Iemand in den arm nemen.Dit wil eigenlijk zeggen: ‘iemands arm grijpen door de hand te steken in de ruimte tusschen den arm en het lichaam, dus ongeveer hetzelfde als bij den arm nemen’. Doet men dit om hem in vertrouwen, om hem min of meer heimelijk iets te vragen, dan krijgt de uitdr. de beteekenis van iemands hulp inroepen, zooals bij Hooft, Gedichten I, 238: Minerv' en Juno korts gedenkend' ouwden spijt,
In wrevlen moedt, tot hóón van Venus, spanden t'zaemen,
De welgebooren' Eer zy in den arme naemen,
En deeden tegens haer aenvaerden schoonheidts strijdt.
EpisodesGa naar voetnoot1), 98: En neemende den Graaf van Meeghen, met Albernoz 's Hartoghen geheimschryver, in den arm, verworven zij endtlyk dat dit voorneemen gestaakt werd. Zie verder Tuinman I, 253 en Ndl. Wdb. II, 655. |
|