Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend105. De appelman (of het appelmannetje) komt om zijn geld.Halma, bl. 34 omschrijft de beteekenis dezer zegswijze aldus: ‘De appelman koomt om zijn geld: spreekwoord dat gebruikelijk is tegen die genen die in 't najaar ziek worden, omdat zij te veel vrugten gegeten hebben’. Zie ook Tuinman I, 112; 127; Harrebomée I, 17. Zij komt in de 17de eeuw voor bij Smetius, 60; Hondius, Mouf. 180; Cats II, 384 b: Koom, pluckt nu met'er handt, en eet met volle kaken,
Maar wilt et niet te grof, of niet te gulsig maken...
Maar denckt oock boven dat, hoe seer het is te schromen,
Dat eens den appelman staat om sijn gelt te komen.
Thans is de uitdr. weinig meer in gebruik. Volgens Onze Volkstaal II, 238 leeft zij nog in Limburg, waar men zegt: het appelmenneke kumpt om zie geldj. Vgl. ook Loquela, 22: Appelman, onpasselijkheid die voorkomt van te veel appels, te veel peren of zulkdanige vruchten te eten; de appelman, het appelmanneke komt om zij' geld, zegt men tegen jongens, die ziek zijn van te veel appels of van onrijp ooft g'eten te hebben; bl. 55: De bezeman (bessenman) komt om zijn geld; Volkskunde X, 98: 't Is fruitmanneken dat om zijn geld komtGa naar voetnoot2); 't Daghet XII, 192: Het appelmanneke komt voor de stelen; fri. it appelmantsje komt om syn jild. |
|