94. Iemand onder appèl houden.
Onder appèl, fr. appel, een afleiding van appeler, verstaat men het beroep op een hoogeren rechter, of in het krijgswezen: het sein tot verzameling der troepen, door trompet of trom gegeven; de verzameling der troepen in de kamers of buiten, waarbij de namen der manschappen worden afgelezen, om te zien of allen tegenwoordig zijn; fr. faire l'appel nominal; sonner, battre l'appel; hd. Appell blasen, schlagen. Vandaar in het algemeen de zegswijzen op 't appèl zijn, tegenwoordig zijn op tijd en plaats zooals afgesproken is; op 't appèl ontbreken (manquer à l'appel; beim Appell fehlen), niet aanwezig zijn, waar men behoorde te wezen; onder appèl, van een hond gezegd, die zich gemakkelijk laat terugroepen of fluiten (vgl. fr. obéir à l'appel; hd. der Hund hat Appell, is gehoorzaam); vandaar in figuurlijke toepassing van personen gezegd in de bovenstaande uitdrukking voor: hem in bedwang en gehoorzaamheid houden, zorgen dat hij doet wat hem is voorgeschreven. Zie voor dit alles het Ndl. Wdb. II, 557-559.