Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend74. Een loos (valsch) alarm,Ga naar eind74eigenlijk een oproep te wapen, zonder dat er gevaar aanwezig is; een oproep te wapen zonder dreigend gevaar, maar met het doel om de | |
[pagina 31]
| |
troepen te misleiden. In figuurlijke toepassing een opschudding of onrust, waarvoor geen grond aanwezig is. Zie Kiliaen: Loosen alarm, ficta impressio; het Ndl. Wdb. II, 90-93; Antw. Idiot. 155; fri. in falsk alaerm; fr. une fausse alarme; hd. ein blinder Lärm; eng. a false alarm. |
|