63. Schitteren door (zijn) afwezigheid,
d.i. ‘zich doen opmerken, de aandacht tot zich trekken, door niet te verschijnen, waar men met reden verwacht kon worden. Ook wel schertsend in 't algemeen gezegd voor afwezig zijn, doch altijd met het denkbeeld, dat het afzijn de aandacht trekt, in 't oog loopt’; Ndl. Wdb. I, 1880. Vertaling van het fr. briller par son absence. Tacitus, Annales 3, cap. 76 vertelt, dat toen onder de regeering van Tiberius, Junia, de vrouw van Cassius en de zuster van Brutus, stierf en zij met alle eer begraven werd, de beeltenissen harer voorvaderen voor den lijkstoet uit werden gedragen, sed praefulgebant Cassius atque Brutus eo ipso, quod effigies eorum non visebantur, wat M.J. Chénier (1764-1811) in zijne tragedie Tibère I, 1 aldus verhaalt: