Oude ende nieuwe lof-zangen, die gemeenlyk gezongen worden op de geboorte ons heeren Jesu Christi, van kers-nagt, tot Maria Ligtmisse toe
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Ik drink de nieuwe Most.VErlaat nu Bethlehem,
Om na Ierusalem
Te gaan met hem, die daar om uwen 't wil,
Zijn teere bloet met vreugt vergieten wil:
Komt volgt uw God en Heer,
En ziet zijn goetheyt; want al zijn begeer
Is u te geven,
Het eeuwig leven,
By der Eng'len schaar:
Looft hem in't nieuwe Iaar.
Ioseph en Maria, Ontrent agt dagen na
Dat zy den Heer ontfingen, quamen naar
Ierusalem, in den Tempel, aldaar
Zy brogten onsen God,
Om te besnijden, na het Ioods gebod,
By Simion d' eerste,
Van de geleerste,
Die met blijschap daar
| |
[pagina 46]
| |
Hem ontfing in 't nieuw Iaar.
Hy omhelsde den Heer,
En loofden meer en meer,
Zijn goetheyt groot,
Zoo dat een yder een
Was heel verwondert van dit Kintje kleen;
Zy liepen metter spoet,
Van alle kanten by het Kintje zoet,
En al in vreugden,
Zy haar verheugden,
Door dat Simion haar
Dit zeyd' in't Nieuwe Iaar.
Doen Iesus was besneen,
Zoo gingen zy weer heen,
Na Bethlehem, alwaar de Herders weer,
Met vreugt ontfingen haaren opper Heer,
En toonde bly gemoet,
Als zy daar zagen weer haar Kintje zoet;
Zoo datse liepen,
Van vreugden riepen,
Za laat ons te gaar
Hem loven in't Nieuw Iaar.
Gaat dan by Iesus zoet,
En vraagt hem met ootmoet,
Zijn gunst en vree: eert ook de zoete Maagt,
Die u God baarde; want het hem behaagt:
Kniel voor haar zuyverheyt,
Noemt haar Moeder van alle zoetigheyt;
En vraagt ook mede,
Met zoete rede,
Van Iesus en haar,
Een zalig Nieuwe Iaar.
|
|