Ruisend valt het graan
(1995)–A.C.W. Staring– Auteursrechtelijk beschermdHerdenkingaant.1[regelnummer]
Wij schuilden onder dropplend lover,
gedoken aan de plas.
De zwaluw glipte 't weivlak over
en speelde om 't zilvren gras.
Een koeltje blies, met geur belaân,
het leven door de wilgenblaân.
2[regelnummer]
't Werd stiller; 't groen liet af van droppen.
Geen vogel zwierf meer om.
De dauw trok langs de heuveltoppen
waarachter 't westen glom.
Daar zong de mei zijn avondlied!
Wij hoorden 't en wij spraken niet.
3[regelnummer]
Ik zag haar aan en diep bewogen
smolt ziel met ziel ineen.
O toverblik dier minlijke ogen
| |
[pagina 55]
| |
wier flonkring op mij scheen!
O zoet gelispel van die mond
wiens adem de eerste kus verslond!
4[regelnummer]
Ons dekte vreedzaam wilgelover.
De scheemring was voorbij.
Het duister toog de velden over,
en dralend rezen wij.
Leef lang in blij herdenken voort,
gewijde stond! geheiligd oord!
|
|